The Work Design Questionaire (WDQ) Morgeson and Humphrey (2006)

Een wetenschappelijk gevalideerde vragenlijst die de autonomie op teamniveau meetbaar maakt.

Het meten van autonomie op teamniveau kan behulpzaam om inzicht te krijgen in de mate van zelfmanagement of zelfleiderschap op teamniveau. De meeste metingen adresseren niet de vraag in hoeverre interne standaards en doelen worden gerealiseerd. Een hulpmiddel kan zijn het gebruik van de WDQ-vragenlijst van Morgeson & Humphrey 2006. Zij onderkennen drie typen van autonomie: werkindeling, werkmethoden en besluitvorming. 

Waarom is een meetinstrument voor het ontwerp van het werk en de mate van autonomie in een team interessant? Morgeson en Humphrey noemen de volgende argumenten:  

1. Er is behoefte aan een gedetailleerder inzicht in de elementen of variabelen die het ontwerp van het werk bepalen;

2. De variabelen van het werk worden in belangrijke mate bepaald door de de karakteristieken van de taken die uitgevoerd moeten worden;

3. Er is weinig theorie beschikbaar op dit gebied. Veel theorie over zelfsturing gaat over het concept van zelfsturing zonder diepere in te gaan op specifieke elementen van het werk en de mate waarin zelfsturing hierbij past.

In het kader van zelfsturing kan een dergelijk instrument worden ingezet om een nulmeting zelfsturing bij teams uit te voeren. Dat kan relevant zijn bij de invoering van zelfsturing om te bepalen hoe ver teams zijn in hun ontwikkeling. Het kan ook een hulpmiddel zijn later in de tijd als zelfsturing al enige tijd is ingevoerd. Teams kunnen zichzelf benchmarken ten opzichte van andere teams om het eigen lerend vermogen te versterken. Bovendien kan het een spiegel zijn naar het management om de mate van zelfsturing te objectiveren. Management zegt dat er sprake is van zelfsturing in de organisatie terwijl blijkt in de praktijk dat dit maar beperkte mate is. 

De WDQ-vragenlijst van Morgeson en Humphrey is opgebouwd uit vier hoofdgebieden met elk een set aan vragen. De hoofdgebieden zijn: taak-karakteristieken, kennis-karakteristieken, sociale karakteristieken en de context van het werk.  

  1. Taakkarakteristieken
    1. Autonomie werkplanning
    2. Autonomie besluitvorming
    3. Autonomie werkmethoden
    4. Variatie in taken
    5. Significantie van de taken
    6. Identiteit van de taak
    7. Feedback van de functie
  2. Kennis-karaktersitieken
    1. Complexiteit van de functie
    2. Complexe informatieverwerking
    3. Probleemoplossend vermogen
    4. Variatie in benodigde vaardigheden
    5. Mate van specialisatie
  3. Sociale karakteristieken
    1. Sociale ondersteuning
    2. Geïnitieerde onderlinge afhankelijkheid
    3. Ontvangen onderlinge afhankelijkheid
    4. Interactie buiten de organisatie
    5. Feedback van anderen
  4. Context van het werk
    1. Ergonomische omstandigheden
    2. Fysieke eisen
    3. Condities van het werk
    4. Gebruik van hulpmiddelen

Morgeson en Humphrey hanteren vervolgens een drietal afhankelijke variabelen die ook afzonderlijk gemeten kunnen worden:

  1. Medewerkertevredenheid
  2. Trainingsbehoeften
  3. beloningscompensatie

In het artikel zelf is een volledige vragenlijst opgenomen die kan worden gebruikt als meetinstrument. 

 

Onderwerp Nr Vraag
1. Taakkarakteristieken    
1.1 Autonomie    
1.1.1 Autonomie in werkplanning 
  1 Ik kan zelf besluiten nemen over mijn agendaplanning.
  2 Ik kan zelf bepalen in welke volgorde ik de activiteiten uitvoer.
  3 Ik kan zelf bepalen hoe ik de activiteiten uitvoer.
1.1.2 Autonomie in besluitvorming 
  4 Ik kan mijn persoonlijke initiatief of oordeelsvermogen gebruiken om het werk uit te voeren
  5 Het werk staat mij toe om besluiten zelf te nemen
  6 Het werk geeft me voldoende autonomie in het nemen van besluiten
1.1.3 Autonomie in werkmethoden 
  7 Het werk staat mij toe welke methoden ik gebruik om mijn werk uit te voeren
 

8

Het werk geeft mij de kans voor onafhankelijkheid en vrijheid in hoe ik mijn werk uitvoer

 

9

Het werk staat mij toe om zelfstandig te beslissen welke aanpak ik hanteer voor de uitvoering van mijn werk

1.2 Taakvariatie 
  10 De functie bevat een grote variatie in uit te voeren taken.
  11 De functie omvat het uitvoeren van een aantal verschillende handelingen.
  12 De functie vereist de uitvoering van een brede set aan taken.
  13 De functie omvat het uitvoeren van een varieteit aan taken.
1.3 Significantie van taken 
  14 Het resultaat zal naar verwachting het leven van andere mensen beïnvloeden
  15 De functie zelf is significant en belangrijk in een breder perspectief van zaken.
  16 De functie heeft een grote impact op mensen buiten de organisatie.
  17 Het uitgevoerde werk in de functie heeft een grote impact op mensen buiten de organisatie.  
1.4 Taakidentiteit 
  18 De functie betreft het afronden van een stuk werk met een helder begin en eind. 
  19 De functie is zo samengesteld dat ik een compleet stuk werk van begin tot het eind kan afronden.
  20 De functie geeft mij ook de kans een compleet stuk werk van begin tot het eind af te ronden. 
  21 De functie staat ook toe om af te ronden waaraan ik ben begonnen. 
1.5 Feedback van de functie 
  22 De activiteiten in het werk geven direct en duidelijk informatie over de effectiviteit (kwaliteit, kwantiteit) van mijn performance. 
  23 De functie zelf geeft feedback op mijn performance.
  24 De functie zelf geeft mij informatie over mijn performance. 
     
2. Kenniskarakteristieken 
     
3. Sociale karakteristieken 
     
4. Werkcontext 

 

F.P. Morgeson en S.E. Humphrey
Journal of Applied Psychology
2006, Vol. 91, No6, 1321-1339